66 14 Maart 1903. De heer ROMBOUTS meent, dat de voorzitter het ant woord op de eerste vraag van den heer Jacohy nog is schul dig gebleven. Dientengevolge doet spreker opmerken, dat sinds enkele jaren eene verzanding is waargenomen in ver schillende batterijen van de waterleiding. Vier batterijen zijn reeds hersteld, doch nu bleef de vraag bestaan, of hier door in voldoende mate in het waterverbruik kon worden voorzien. De ondervinding moest verder leeren, of het daar bij gevolgd systeem ook aan de gestelde verwachtingen zou beantwoorden. Het was daarom de plicht van burgemeester en wethouders om op de begrooting voor 1903 een post uit te trekken, ten einde, zoo noodig, op alle eventualiteiten voorbereid te zijn. Ook wat de tweede vraag betreft, meent spreker den heer Jacoby volkomen te kunnen geruststellen De Bredasche machinefabriek heeft indertijd het geheele werk gemaakt en nu is het wenschelijk, dat ook latere wer ken door dezelfde hand geschieden. Dan blijft ook de ge heele verantwoordelijkheid rusten op denzelfden leveran cier. De prijsopgaaf van de Bredasche machinefabriek stemt verder overeen met de raming van den heer Schotel blijkens diens overgelegd schrijven en in wien de raad tot dusver volkomen vertrouwen heeft gesteld. De heer JACOBY dankt voor de verstrekte inlichtingen Waarna het onderwerpelijke voorstel zonder ver dere bedenking wordt goedgekeurd. 14. Derde aanvullingskohier van den hoofdelijken om slag dezer gemeente voor het dienstjaar 1902. 15. Bezwaarschriften van personen tegen hunnen aanslag in den hoofdelijken omslag dezer gemeente voor het dienst jaar 1902 en brieven van de gedeputeerde staten, geleidende adressen van personen, die beroep hebben ingesteld tegen bedoelden aanslag. De voorzitter stelt voor, beide punten in besloten zitting te behandelen. Waartoe besloten wordt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 66