4 Aprii. 1903. 73 d.t in dato 24 Maart 1903, G, no. 141 r7, tot handhaving van den aanslag van A. F. E. Schmeinfc, bereikend naar een vermoedelijk inkomen van f 1800, c. in dato 24 Maart 1903, G, no. 141e, tot handhaving- va.n den aanslag van H. Brouwers, berekend naar een vermoedelijk inkomen van /45Ü, f. in dato 17 Maart 1903, G, n°. 14, waarbij de aanslag van H. van den Berg wordt teruggebracht op f 12,44, bereikend naar een vermoedelijk inkomen van f 980,— over 9 maanden gin dato 24 Maart 1903, G, no. 145, waarbij aan de wed. C. J. Baokx wordt te kennen gegeven, dat hare bezwa ren ongegrond zijn, wijl zij niet in den hoofdelijken omslag dezer gemeente over 1902 is aangeslagen. De voorzitter stelt voor deze besluiten eveneens voor kennisgeving aan te nemen. Waartoe besloten wordt. 3. Ontwerp-besluiten tot vaststelling van de pensioens grondslagen van leeraren aan het gymnasium, de hoogere burgerschool en de burgeravondschool alhier, luidende als volgt ,,A. De raad der gemeente Breda „Gezien de verordening, regelende de jaarwedden van „directeur en leeraren der hoogere burgerschool en burger avondschool en van de leeraren aan gemelde inrichtingen, „tevens verbonden aan het gymnasium, vastgesteld bij „raadsbesluit van 15 November 1902 en gewijzigd 17 Januari „1903, goedgekeurd door den minister van bininenlandsche „zaken bij brief van 26 Februari 1903, no. 968, afdeeling „Onderwijs „Gelet op art. 13 der wet van 9 Mei 1890 Staatsblad no. ,,78), tot regeling van de pensioenen der burgerlijke amb tenaren „heeft besloten „de grondslagen voor de berekening van de bijdragen „voor pensioen van de navolgende leeraren van het gym-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1903 | | pagina 73