8
17 Januari 1903.
Niemand der leden stemming verlangende, noch
eenige bedenking tegen dit voorstel te kennen ge
vende, wordt besloten den beer A. W. Sluijters voor
noemd te benoemen tot rentmeester van bet gesticht
voor R. K. loude-vrouwen te Breda, welke benoe
ming geacht wordt te zijn ingegaan 1 Januari 1903.
7. Schrijven van den heer mr. D. H. J. van Mens te Breda,
d.d. 30 December 1902, houdende mededeeling, dat de ge
meente Breda bij vonnis der arrondissements-recfhtbank
alhier in het "ongelijk is gesteld in het geding tusschen de
gemeente en de société amonyme de charfoonnages et sous-
produits réunis te Flawinne, en dat door hem verder van
advieis zal worden gediend zoodra het vonnis is genninuteerd.
De voorzitter stelt voor dit sdhrijven voor kennis
geving aan te neimien.
Waartoe besloten wordt.
8. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier,
daarbij, onder overlegging van het advies van den betrokken
inspecteur en de adressen met bijlagen van de verschillende
sollicitanten, ter benoeming tot leeraar in de Duitsche taal
aan de hoogere burgerschool alhier aanbevelende de heeren:
1. J. H. Rhoen, leeraar te Amsterdam,
2. E. Smit, onderwijzer te Deventer.
De voorzitter verzoekt den heeren Scheltus en Van
Hal als stemopnemers te willen fungeeren.
Wordt overgegaan tot stemming.
Er worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 17 op den
heer Rhoen en 1 op den heer Smit, terwijl één briefje in
blanco is ingeleverd.
Zoodat is benoemd tot leeraar in de Duitsche taal
aan de hoogere burgerschool alhier de heer J. H.
Rhoen, thans leeraar te Amsterdam, op de aan die
betrekking verbonden jaarwedde van 1300,—ge
schiedende deze benoeming voor het ioopende cur-