104 23 April 1904. „alle leden liet hierover eens zouden: zijn, dat uit een alge- „meen oogpunt grensuitbreiding zeer wenschelijk is. Immers „de booge regeering moet er zich :in verheugen, dat de be- „woners van het te annexeeren deel, die thans in alle op dichten geadministreerd worden als plattelanders, ver „van de kom va,n hunne gemeente verwijderd,, zullen komen „onder een goed ingericht stadsbestuur om te deelen in de „goede verzorging, die dit zijne bewoners in alle opzichten „aanbiedt. Doch hoofdzakelijk hebben we on,s thans de vraag „te stellen, of meer speciaal voor Breda zelf annexatie wen- „schelijk is, en dan dient men in het oog te houden, wat Breda zal zijn zonder en wat met de nieuwe grens- „uitbreiding. Zonder uitbreiding is voortdurend een uittocht niet al- „leen van officieren en ambtenaren, doch ook van gegoede „Bredasclie burgers te vreezem, zoodat im de stad vooral de „neringdoende burgerij achterblijft, die binnen niet al te „groot tijdsverloop ook in de grensgemeenten hare concur renten zal zien opstaan, zoodat de winsten, die zij van de „buitenbewoners thans geniet, sterk zullen verminderen. Breda zal opgesloten blijven in eene te enge ruimte, terwijl „de buitengemeenten als voorsteden zich tegen Breda zul- „len aandringen. Dan zal de wensch naar uitbreiding van „grondgebied zich hevig doen gevoelen, terwijl het te laat „zal zijn. „Na de uitbreiding zal Breda enz." De voorzitter zegt, dat aan het verlangen van den heer Van Mierlo zal worden voldaan. Behoudens inachtneming van vorenstaande wijzi ging worden de notulen van het verhandelde in de vergaderingen van 19 Maart en 2 April 1904 alsnu goed gekeurd en vastgesteld. Alsnu stelt de voorzitter aan de orde A. Ingekomen stukken. 1. Besluiten van de gedeputeerde staten van Noord-Bra bant, als

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 104