23 April 1904.
109
Plaatsvervangende leden)
de heetren B. C. van
Dongen, Ph. L. Jacoby
en jhr. mr. A. Reigers
man.
De voorzitter vraagt, of de raad tot deze benoeming
wenscht over te gaan.
Niemand der leden stemming verlangende, noch
eenige bedenking hebbende tegen de aanbeveling van
burgemeester en wethouders, wordt besloten de hier
voor aangeduide camdidaten in de aangewezen volg
orde respectievelijk te benoemen tot voorzitter, leden
en plaatsvervangers van de beide stembureaux.
8. Schrijven van de commissie! van toezicht op het mid
delbaar onderwijs alhier, d.d. 29 Februari 1904, daarbij in
overweging gevende pogingen aan te wemden ter verkrijging
eener hoogere rijkssubsidie ten behoeve van de hoogere
burgerschool, ofwel, dat deze school door het Rijk worde
overgenomen.
De heer JACOBY zegt-, dat hij met belangstelling van dit
voorstel heeft kennis genomen, doch meenit, dat het belang
der gemeente medebrengt, het verzoek thaais niet te doen.
Breda staat aan den vooravond eener gewichtige beslissing
omtrent de annexatie. Als liet annexatieplan niet doorgaat,
zou spreker willen voorstellen, om de budtenleerlingen zoo
veel te laten betalen als het onderwijs aan die leerlingen
kcst en het schoolgeld alzoo voor de buitenleerlingen te
stellen op ƒ359,in plaats van 60,evenals te Bussum
geschiedt.
Wanneer nu hoogere subsidie wordt gevraagd, verbindt
mam zich voor de toekomst, en als de annexatie niet door
gaat, zou spreker willen voorstellen voor de subsidie te
bedanken en dam zelf het schoolgeld naar eigen goeddun-
ken te regelen.
Op de vraag des. vo or z itter s, of het voorstel van den
heer Jacoby ondersteund wordt, antwoordt de heer HEIJ-
LAERTS bevestigend.