116 23 April 1Ö04. alleen kan verrichten, en dientengevolge de hulp van an dere ambtenaren zal behoeven. Wat nu betreft het opmaken vain akten, dit vordert niet zooveel tijd, als de heer Scheltus wil doen voorkomen. Ter wille van den goeden geest onder de ambtenaren acht spre ker derhalve het voorstel van burgemeester en wethouders het meest gewenscht. De heer JACOBY zal niet in herhaling treden van al het geen door de voorstanders van het voorstel van burgemees ter en wethouders over deze zaak iin het midden is gebracht. Enkel wil spreker erop wijzen, dat bij ontstentenis van bur gemeester en wethouders de beide andere ambtenaren ook zullen geroepen zijn om huwelijken te sluiten. En nu zou het eene verkeerde opvatting zijn, dat de jongste ambtenaar moest optreden in de plaats van een wethouder, en dat hij moest bijgestaan worden door een ouder ambtenaar als klerk. Spreker doet hierbij een beroep op het militair hart van den heer Scheltus in verband met de hiërarchie, ook onder het ambtenaarskorps. De heer INGENHOUSZ zeglt, dat hij de bezwaren van den heer Scheltus tegen het voorstel heeft aangehoord en daar bij vernomen heeft, dat de heer Van Son 37 dagen uit zijn werkkring zou kunnen gerukt worden. Die redeneering gaat, volgens spreker, niet op. De heer Van Son treedt slechts op als plaatsvervanger, doch aangenomen, dat de heer Wij mei- een vol jaar afwezig bleef, dan zouden de werkzaamheden zich verdeelen en zou de heer Van Son nooit 37 achtereen volgende dagen uiit zijn gewonen werkkring gerukt worden. De functiën vani den plaatsvervanger bestaan enkel in het tegenwoordig zijn bij het opmaken der akte en het onder teekenen daarvan. Het inschrijven geschiedt door een klerk. Spreker heeft dan ook met genoegen gezien, dat de secre taris verwonderd opzag, toen de heer Scheltus zijn betoog hield. Indien de secretaris er bezwaar in zag, dan zouden burgemeester en wethouders stellig niet met dit voorstel voor den dag gekomen zijn. Spreker voorziet, dat de heer Van Son, diie altijd accuraat in zijne betrekking is werk zaam geweest, ook deze nieuwe functie naar behooren zal

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 116