134
21 Mei 1904.
art. 6j der uitgaven in de begrooting, dienst 1904 (aanleg-
kosten der gasfabriek) met gelijk bedrag te verhoogen.
Zonder bedenking wordt gemeld voorstel goed
gekeurd.
14. Schrijven van de commissie van toezicht op het mid
delbaar onderwijs alhier, daarbij in overweging gevende
pogingen aan te wenden ter verkrijging eener hoogere rijks
subsidie ten behoeve van de hoogere burgerschool, ofwel,
dat deze school door het Rijk worde overgenomen, zijnde
de behandeling van dit punt aangehouden in de vergadering
van 23 April 1.1.
De voorzitter stelt deze zaak thans opnieuw aan
de orde.
De heer VERSCHRAAGE zegt, dat in de vorige verga
dering door den heer Jacoby de raad werd gegeven voor
de subsidie te bedanken en dan zelf het schoolgeld naar
eigen goeddunken te regelen. Deze raad acht spreker zoo
gevaarlijk, dat hij meent daartegen te moeten waar
schuwen. Indien men Breda met Amsterdam,, en Beteringen,
Ginneken, Terheifden enz. met Bussum, Baarn en Hilver
sum kon vergelijken, dan zou die bewijsvoering eenigszins
steekhoudend zijn. Thans echter gaat zij, naar sprekers
meening, volstrekt niet op.
Vooreerst hebben Amsterdam en hare inwoners er slechts
een zeer miniem belang bij, of leerlingen van buiten hare
scholen bezoeken en is het dus van 't standpunt dier ge
meente volkomen juist gezien, dat zij haar schoolgeld ver
hoogt en vrij wil zijn van verplichtingen, die het aannemen
van subsidie oplegt.
De verhouding van de buitenleerlingen, die de Bredasche
hoogere burgerschool' bezoeken, is eene geheel andere. De
ouders en voogden van die leerlingen koopen bij de Breda
sche winkeliers stellig voor vele duizenden guldens 'sjaars
en de vraag mag wel eens worden geopperd, of onze vele
winkels wel uitsluitend zouden kunnen bestaan van Bre
dasche ingezetenen. De gemeente heeft dus wel degelijk
voordeel van het grootste- deel der buitenleerlingen.