138 21 Mei 1904. eene rijksinstelling te maken. Maastricht kan niet tot voor beeld worden gesteld, omdat die gemeente indertijd eene rijks-hoogere burgerschool geweigerd heeft. Spreker wijst op de groote onbillijkheid, welke er be staat ten opzichte van Breda en de overige gemeenten in Noord-Brabant. Wel wordt door Bergen-op-Zoom jaarlijks f2 000,bijgedragen, doch dat komt, wijl Bergen-op-Zoom vroeger slechts eene hoogere burgerschool had met drieja rigen cursus. Breda verkeert in eene geheel andere conditie. De heer REIGERSMAN meent, dat men op den goeden weg zou zijn door aan te dringen op overname der school door het Rijk en het daarbij te laten. Mocht de minister daarvoor niet te vinden zijn, dan kan gemakkelijker op verhoogde subsidie worden aangedrongen. De hoofdzaak wordt verzwakt door een alternatief verzoek. Het ligt voor de hand, dat bij afwijzing van het verzoek, de regeering uit zich zelve wel bereid zal zijn eene hoogere subsidie toe te kennen. Spreker doet dan ook het voorstel om het ver zoek enkel tot de overname te beperken. De heer SASSEN begrijpt volkomen, dat er leden zijn, die iets voelen voor de overname door het Rijk, doch daar komt men niet verder mede. Wordt dat verzoek afgewezen, dan blijft de gemeente intusschen zonder hoogere subsidie. De kans op overname is zeer gering en spreker vreest, dat dit verzoek op de lange baan zal geschoven worden. Het tijdstip van 1 Mei houdt verband met het opmaken der staatsbegrooting en daarom is spoedig handelen zeer gewensclit. De argumenten, door de commissie aangevoerd, zijn zoo overtuigend, dat de regeering de billijkheid van het verzoek zal moeten erkennen. De hoogere burgerschool in Den Bosch kost aan de gemeente niets, aan het Rijk jaarlijks f33 000, Breda heeft eene jaarlijksche uitgaaf van ruim f 13 000,— plus de rente van het kapitaal voor stichting van gebou wen, terwijl het Rijk slechts eene subsidie geeft van f 9 500, Spreker ondersteunt dan ook het voorstel van den heer Rombouts om direct aan te dringen op hoogere subsidie, wanneer het Rijk niet tot overname geneigd is. Verder acht

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 138