14 16 Januari 1904. overeenstemming zijn met de gevoerde correspondentie. Daar uit blijkt toch, dat er wel degelijk een verzuim heeft plaats gelhad van den voorzitter der hoofdcommissie. Er staat, dat de brandmeesters zijn geschrapt van de lijst van invi te's. Is dit juist, dan moet er wel degelijk aan eenig ver zuim of opzet gedacht worden. Wanneer het verder waar heid bevat, dat de voorzitter dier hoofdcommissie nog ge waarschuwd is, diat de brandmeesters zouden bedanken, als zij niet werden uitgenoodigd, dan blijkt daaruit eveneens van het gepleegd verzuim en opzet. In dat geval zal heit college van brandmeesters niet tevreden zijn met de gestel de motie. Een beroep op drukke werkzaamheden kan dan niet als verschooning gelden. Thans wordt de raad gesteld voor de moeilijkheid om uit te maken, of er al dan niet van verzuim en opzet sprake is geweest. Spreker zal daarop niet ingaan, doch den in houd der motie toetsende aan de gevoerde correspondentie, zal spreker tegen/ stemmen, of wel zich van stemming ont houden. De heer INGENHOUSZ vraagt, wat aan burgemeester en wethouders aanleiding kan gegeven hebben om niet in te gaan op den eisch van het college van brandmeesters, doch integendeel eene motie voor te stellen van geheel andere strekking. De brandmeesters verlangen pertinent, dat de raad zijn misnoegen zal uitspreken over de handelwijze van den voorzitter der hoofdcommissie, en tevens het ver zoek doen om aan te blijven. ■Spreker kan positief verklaren, dat het college geen vre de zal nemen melt de motie, zooals die thans luidt. Indien biet waar is, dat vanwege den voorzitter der hoofd commissie ©en onwillekeurig verzuim heeft plaats gehad, ■dan ware al die correspondentie overbodig geweest en zou het college van brandmeesters de aangeboden excuses of op heldering hebben aangenomen. De geheele correspondentie toont echter aan, dat er wel aan verzuim of opzet moet gedlachlt worden. Was een en ander liet gevolg geweest van drukke werkzaamheden, zoo dat er eene vergetelheid in 't spel was, dan zou het college van brandmeesters, evenals ieder eerlijk man, met eene

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 14