154 18 Juni 1904. 9. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 24 Mei 1904, no. 799, daarbij, wegens de periodieke af treding op 1 Juni dezes jaars van den heer J. P. A. J. Rosu als lid van het burgerlijk armbestuur, ter voorziening in die vacature aanbevelende 1°. de heer J. P. A. J. Rosu, aftredend lid. 2o. de heer Ch. Laurijssen. De voorzitter stelt voor tot stemming over te gaan en verzoekt den heeren Scheltus en Van Hal als stemopne- mers te willen fungeeren. Ër worden uitgebracht 19 stemmen, waarvan 16 op den heer Rosu en 3 op den heer Laurijssen. Zoodat de heer J. P. A. J. Rosu opnieuw is benoemd tot lid van het burgerlijk armbestuur en zulks voor den gewonen tijd van zitting. De voorzitter dankt heeren stemopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 10. Ontwerp-besluit met memorie van toelichting, strek kende om toestemming te verleenen tot afschrijving van hoofdstuk VIII, art. 2 (onvoorziene uitgaven), der begrooting voor 1903, een bedrag van f 360,50 en dat te doen strekken tot verhooging van hoofdstuk VI, af deeling I, art. 16a (jaar wedden der leeraren aan het gymnasium). Zonder bedenking wordt gemeld ontwerp-besluit goedgekeurd. 11. Schrijven van de gedeputeerde staten van Noord- Brabant, d.d. 9 Juni 1904, G, no. 59, daarbij, namens den minister van binnenlandsche zaken, in overweging gevende art. 231 der algemeene politie-verordening dezer gemeente, vastgesteld 31 December 1864 en gewijzigd 15 Januari 1870, in te trekken, ten einde eene voordracht tot vernietiging van die bepaling op gelijke gronden, als vermeld in het koninklijk besluit van 21 Januari 1893 Staatsblad no. 22) te voorkomen. Ten einde de vraag te ontgaan, of de artikelen 223 tot en met 244 dier verordening hun bindende kracht behouden hebben sedert de inwerkingtreding van de op 14 Juli 1894 vastgestelde nieuwe algemeene politie-verordening, wordt mede in overweging gegeven genoemde artikelen in te trek-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 154