156
18 Juni 1904.
De voorzitter stelt voor dit rapport voor kennisge
ving aan te nemen en het op de gebruikelijke wijze ter
openbare kennis te brengen.
Waartoe besloten wordt.
14. Adres van den heer H. J. IJ. M. Janzen, benoemd
gemeente-apotheker en directeur van het stedelijk zieken
huis alhier, daarbij toestemming verzoekende om zijn han
del in geneesmiddelen en drogerijen tijdelijk te mogen voort
zetten, ten einde alsnog in de gelegenheid te worden gesteld
zijn eigen apotheek aan een bevoegd persoon zonder al te
groote schade over te doen.
Bij dit adres zijn gevoegd een advies van de commissie
van beheer van het stedelijk ziekenhuis en de gemeente
apotheek, alsmede een prae-advies van burgemeester en
wethouders,in welke beide stukken wordt in overweging
gegeven het verzoek van adressant toe te staan, doch voor
niet langer dan zes maanden, alzoo van 1 Juli af tot ultimo
December 1904.
De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit prae-
advies kan vereenigen.
Niemand der leden daartegen eenige bedenking te
kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
15. Adres van het Comité ter herdenking van het 500-
jarig bestaan van het Doorluchtig Huis van Nassau-Oranje
als Heeren en Baronnen van Breda, d.d. 3 Juni 1904, op
daarbij aangevoerde gronden verzoekende eene bijdrage
van 1000,uit de gemeentekas te verleenen in de kosten
van oprichting van een gedenkteeken.
De voorzitter stelt dit adres aan de orde.
De heer STAAL meent, dat het adres te vroegtijdig komt,
omdat het totaal der vrijwillige bijdragen nog niet bekend
is. Bovendien vreest spreker, dat gedeputeerde staten eene
eventueele bijdrage niet zullen goedkeuren, in aanmerking
genomen de bezwaren, welke zij nu reeds deden gelden bij
de toekenning der subsidie voor het standbeeld van Stad
houder Willem III.