18 Juni 1904. 157 Binnen korten tijd zijn subsidiën verstrekt voor de aca demiefeesten en voor het standbeeld van Stadhouder Wil lem III en om thans voor de derde maal weer een greep te doen in de gemeentekas, acht spreker, met het oog op den financieëlen toestand der gemeente, gevaarlijk. Nog pas is de hoofdelijke omslag verhoogd moeten wor den, zoodat spreker dan ook zal stemmen tegen het ver- leenen der gevraagde bijdrage. De heer VAN DAM wijst erop, dat door den vorigen spreker drie motieven worden genoemd, op grond waarvan hij zal stemmen tegen de subsidie. In de eerste plaats, omdat het adres te vroegtijdig komt. Wat betreft dit punt, doet spreker opmerken, dat, ofschoon het totaal-bedrag der inzamelingen nog niet onherroepelijk vast staat, toch nu reeds kan gezegd worden, dat de ge vraagde subsidie niet kan gemist worden. Wat aangaat het bezwaar van gedeputeerde staten, meent spreker, dat het schrijven van dit college in zake de subsidie voor het standbeeld van Stadhouder Willem III is ten gunste ook van deze subsidie. Gedeputeerde staten zeggen daarin, dat zij geen bezwaar hebben tegen de subsidie, omdat het standbeeld te Breda geplaatst wordt. Er bestaat dus een precedent. Wat betreft het derde punt, wil spreker toegeven, dat het eene belangrijke uitgaaf is. Doch waar verschillende ande re gemeenten uit de baronie zijn voorgegaan Roosendaal geeft ƒ200,mag Breda zeker niet achterblijven. Men dient te beseffen, dat het hier slechts eene bijdrage geldt voor eens, welke niet periodiek terugkomt, zooals dat het geval kan zijn met subsidies aan muziekvereenigingen, enz. Bovendien wordt er iets van blijvenden aard voor tot stand gebracht, waarvan ook het nageslacht genot kan hebben, zoodat er alle motieven aanwezig zijn om de sub sidie toe te staan. De heer JACOBY zegt, dat hij aanvankelijk zeer sterk was tegen he'i toekennen eener subsidie en wel op de gron den ,door den heer Staal aangevoerd, dat het niet aangaat zoo maar op gemakkelijke wijze over de beurzen van an deren te beschikken. Spreker was gisteren en ook heden nog

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 157