18 Juni 1904.
159
Uit de stukken blijkt, dat voor het monument 4000,noo-
dig is. Spreker wenschte wel te weten, hoe de commissie
aan dat bedrag gekomen is.
De voorzitter antwoordt hierop, dat die som is aan
gegeven door den bekenden beeldhouwer Bart van Hove.
De heer SASSEN vraagt, of niet de mogelijkheid bestaat
een gedenkteeken op te richten, waarvan de kosten minder
bedragen.
De voorzitter zegt, dat f4000,een geringe som is.
Voor de fontein bij het station te s-Hertogenboscli was door
wijlen den heer Bosch van Drakestein een hedrag van
f 10 000,gelegateerd, welk kapi'aa! r.a eenige jaren was
aangegroeid tot f 13000,
De heer VAN KEPPEL acht het moeielijk vereenigbaar
met de eer van Breda, om op de subsidie te gaan beknibbe
len. Een bedrag van flOOO,— maakt slechts 4 cent per in
woner. Het zou dus niet aangaan om voor dit bedrag de
mogelijkheid op de totstandkoming van het gedenkteeken
te doen verminderen. Bovendien zullen Breda en de omge
ving, waar het geplaatst wordt, er zeer door verfraaien en
de gemeente zal weer eene aantrekkelijkheid meer bezitten.
De heer VAN DAM wijst er nog op, dat uit den brief van
den heer Van Hove blijkt, dat f 4000,het minimum
is, waarvoor een passend gedenkteeken is op :e richten.
De heer SASSEN dankt voor de verstrekte inlichtingen
en zegt, dat hij gaarne zijne stem zal geven aan de ge
vraagde subsidie.
Nadat de heer JACOBY op de desbetreffende vraag des
voorzitters verklaard had, van het door hem gespro
kene geen voorstel te willen maken, wordt het onderwerpe-
lijke verzoek in stemming gebracht en met 18 tegen 1 stem
men besloten tot het toekennen eener subsidie van f 1000,—.
Vóór stemden de heeren VISSERS, VAN KEPPEL, SAS
SEN, LIJDSMAN, VAN MIERLO, ROMBOUTS, VAN HAL,
SCHELTUS, VAN DONGEN, REIGERSMAN, TEYCHINÉ