164
18 Juni 1904.
met de voorgestelde wijziging van art. 31 letter h der alge-
meene politie-verordening.
Niemand daartegen eenige bedenking te kennen
gevende, wordt gemelde wijziging goedgekeurd.
De voorgestelde toevoeging aan art. 66 der algemeene
politie-verordening wordt eveneens zonder bedenking goed
gekeurd.
Bij de voorgestelde wijziging van art. 197 derzelfde ver
ordening geeft de heer JACOBY in overweging de redactie
ervan eenigszins te wijzigen en alsnog het woordje
„houdt" daarin op te nemen.. Spreker meent, dat er reeds
inrichtingen bestaan, waar eetwaren worden verbruikt,
zoodat deze buiten de verbodsbepaling zouden vallen,
wanneer enkel gesproken wordt van „verlangt te houden
of op te richten."
De heer BLOEMARTS meent, dat tegen deze toevoeging
geen bezwaar bestaat, ofschoon de redactie behouden is,
zooals die in 1894 is vastgesteld en de uitvoering van die
bepaling tot dusver nog tot geene moeielijkheden heeft aan
leiding gegeven.
Zonder bedenking wordt alsnu de voorgestelde wij
ziging van art. 197 goedgekeurd met inachtneming
van de door den heer JACOBY verlangde toevoeging.
Alsnu komt aan de orde het maken van verbodsbepalin
gen omtrent het betreden van de taluds der singelgrachten
en het in verband daarmede ingekomen adres van hen
gelaars.
De heer VISSERS zegt, dat hij verschillende hengelaars
over deze zaak gesproken heeft, die hem verzekerden, dat
de taluds het meest te lijden hebben van de omstanders.
Spreker zou daarom die menschen verlof Willen geven tot
bet betreden der taluds desnoods onder afgifte eener kaart
tegen betaling.
De voorzitter doet opmerken, dat het hem meermalen
onaangenaam getroffen heeft, hoe de hengelaars de taluds
vernielen. Er worden gaten gemaakt om zoodoende gemak
kelijker te kunnen staan, of wel te gaan zitten.