ONTWERP. 20 Juli 1904. Tegenwoordig de heeren J. W. J. VISSERS, W. J. SLECHTRIEM, L. J. STAAL, J. R. baron VAN KEPPEL, H. A. SASSEN, J. LIJDSMAN, L. A. M. VAN MIERLO, W. G. H. ROMBOUTS, J. A. J. W. VAN HAL, jhr. mr. A. REIGERSMAN, J. J. L. TEYCHINÉ, mr. W. INGEN- HOUSZ, F. J. M. HEIJLAERTS, mr. M. P. M. VAN DAM, A. F. SMITS, Ph. L. JACOBY en A. P. SCHELTUS, waar nemend burgemeester, voorzitter. Afwezig de heeren E. H. A. GULJÉ, A. J. A. VER- SCHRAAGE, B. C. VAN DONGEN en mr. P. M. J. E. BLOEMARTS. De voorzitter opent de vergadering en zegt, dat de notulen van bet verhandelde in de vergaderingen van 18 Juni en 8 Juli 1904, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 8 van het reglement van orde voor den gemeente raad, ter inzage voor de leden hebben gelegen en hun bovendien in afdruk zijn toegezonden en vraagt, of iemand der leden alsnog voorlezing daarvan verlangt, of eenige bemerkingen daartegen in het midden heeft te brengen. De heer ROMBOUTS zegt, dat op pagina 169 van de ge drukte notulen, in verband met het door hem gedaan voorstel over het berijden van trottoirs met kinderwagens, o. a. abusief is vermeld zoodat het publiek het vrije genot heeft van de trottoirs aan de andere zijde. Spreker wenscht die zinsnede te zien vervangen door de volgende zoodat

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 179