198 20 Augustus 1904. tus en J. A. J. W. van Hal en tot plaatsvervangende leden de heeren W. G. H. Rombouts en F. J. M. Heijlaerts, zijnde de burgemeester voorzitter van het stembureau. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt besloten het stembureau samen te stellen, zooals in het schrijven van burge meester en wethouders is uitgedrukt. 10. Schrijven van burgemeester en wethouders alhier, d.d. 8 Augustus 1904, no. 1197, daarbij, onder overlegging van een brief van de commissie tot wering van schoolver zuim in deze gemeente, in overweging gevende deze ver ordening vast te stellen als bedoeld bij art. 29 der leer plichtwet, waarvan het ontwerp luidt als volgt Verordening, bedoeld in art. 29 der leerplichtwet, eenig artikee. De ambtenaren der gemeentepolitie zijn gemachtigd die leerplichtige kinderen, welke aan den commissaris van politie door den arrondissements-schooiopziener, de com missie tot wering van schoolverzuim of de hoofden der scholen zijn opgegeven en gedurende den schooltijd op den openbaren weg worden aangetroffen, te brengen naar het hoofd der school, tot welker leerlingen zij behooren. Van deze machtiging wordt geen gebruik gemaakt, wan neer de bedoelde kinderen zich bevinden onder het geleide van den voor hunne verzuimen aansprakelijken persoon of voorzien zijn van het schriftelijk bewijs eener krachtens art. 13 der leerplichtwet verleende schriftelijke vergunning of van een krachtens art, 16 dier wet verleend verlof om de school tijdelijk niet te bezoeken. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 198