16 Januari 1904. 19 zitter der hoofdcommissie in de bijeenkomst met de brand meesters gezegd had, dat hij zich kon vergist hebben, dan was alles nog goéd afigeloopen. Nu die voorzitter echter pertinent heit tegendeel volhoudt en beweert, dat hij alles genoteerd heeft in een notitieboekje, wordlt de zaak geheel anders en bevreemdt het spreker, dat dit boekje niet reeds bij de eersite conferentie is geraad pleegd. Dan zou die voorzitter zich dadelijk alles herinnerd hebben en was er verder niets getoeurld. Bij eene ronde be handeling dezer aangelegenheid zou zij stellig een geheel ander verloop hebben gehad. De motie, zooals die nu luidt, zal niets aan het voornemen der brandmeesters veranderen. De heer REIGERSMAN heeft reeids veel over deze zaak gehoord en ook veel vernomen, wat met elkander in strijd is. Het doet hem daarom genoegen, dat de voorzitter der hoofdcommissie zooveel licht over deze zaak ontstoken heeft. Daaruit blijkt, dat hij bereid is zijne excuses aan te bieden, en dat er dus eenig verzuim heeft plaats gehad. Spreker zou daarom de motie eeniigszins willen gewij zigd zien en daarin 'te lezenBetreurende het verzuim, ten aanzien van uw college gepleegd, voor wat betreft de uit- noodiging voor de Academiefeesten enz." Spreker gelooft, dat dit wel voldoende zal zijn. De voor zitter der hoofdcommissie heeft erkend', dat er eenig ver zuim heeft plaats gehad,, excuses zijn aangeboden en aan de brandweer wordt alle lof toegezwaaid. Hiermede meent spreker, dat de brandmeesters wel zoo bereidwillig zullen zijn, om de zaak als afgedaan te beschouwen. De heer VAN REP PEL kan zich zeer goed vereenigen met het voorstel van den heer Reigersman, doch wenschte uit de motie nog te zien weggelaten de woorden „met bepaald opzet". Spreker acht dien raad niet geroepen daarover eene uitspraak te doen. Veel van hetgeen de voorzitter der hoofdcommissie gezegd heeft, is in strijd met de correspondentie en met hetgeen van andere zijden beweerd wordt. De raad kan hier dus niet als scheidsrechter optreden. Spreker acht die woorden ook niet noodig, want, mocht er een verzuim hebben plaats

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 19