20 Augustus 1904. 201 pleit ervoor, om thans niet tot de verhooging' over te gaan. Eene partiëele herziening is dan zeker niet gewensclit. De heer INGENHOUSZ repliceerende, zegt, dat de lieer Van Dam over het hoofd ziet, dat de nieuwe grensregeling er nog niet is en heel veel kans heeft, er niet te komen, althans in den eersten tijd niet. Spreker meent derhalve, dat niet mag gewacht worden met hetgeen thans reeds, naar zijne bescheiden meening, als billijk is te achten. De heer SASSEN zegt, dat hij het voorstel van den heer IngenHousz niet kan ondersteunen, ofschoon hij het ook niet eens is met den heer Van Dam. De regeling der jaarwed, den moet afgescheiden blijven van de annexatie. Als er spra ke is van meerdere werkzaamheden, waaraan de belooning niet geëvenredigd is, dan zal, ook zonder de grensuitbreiding, verhooging van wedde moeten plaats hebben. Spreker zou ech. ter deze zaak willen overlaten aan burgemeester en wethou ders, evenals dit het geval is geweest met de bezol digingen van burgemeester en secretaris. Het noemen van eene bepaalde som kan zijne goedkeuring niet wegdragen en. daarom zal hij stemmen tegen het voorstel van den heer IngenHousz. De heer INGENHOUSZ wijst erop, dat hij, met het oog hierop, vooraf gevraagd heeft, hoe burgemeester en wet houders over de zaak dachten. Nu de heer Sassen echter be zwaar heeft tegen het noemen van eene bepaalde som, wil spreker zijn voorstel gaarne in dien zin wijzigen, dat enkel de wensclielijkheid der verhooging wordt uitgesproken. De heer SASSEN vindt het beter, om de zaak geheel over te laten aan burgemeester en wethouders. Dit college kan dan aan gedeputeerde staten een zelfstandig advies geven. De heer INGENHOUSZ acht deze handelwijze niet. ge- wenscht, wijl de wethouders persoonlijk bij de zaak betrok ken zijn. Wordt deze aan burgemeester en wethouders over gelaten, dan zal dit college de regeling wederom aan gede puteerde staten overlaten en zoodoende komt er geen advies. De heer JACOBY, zijne stem motiveerende, wijst erop, dat de circulaire van gedeputeerde staten verband houdt met

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 201