202
20 Augustus 1901
eene herziening der jaarwedden van de burgemeesters en
secretarissen. Wanneer gedeputeerde staten 'meenen, dat de
werkzaamheden van den burgemeester en den secretaris
van dien aard zijn, dat hunne salarissen moeten worden
verhoogd, dan hebben ook de wethouders er recht op.
Wel is waar is de betrekking van wethouder eenigszins een
eere-titel, doch dit neemt niet weg, dat zij studie en werk
kracht vordert en bovendien met eenige noodwendige uitga
ven gepaard gaat. Spreker zal derhalve stemmen voor liet
voorstel van den heer IngenHousz.
Het voorstel van den heer INGENHOUSZ, alsnu in dien
zin gewijzigd, dat aan gedeputeerde staten zal worden me
degedeeld, dat verhooging der jaarwedde van de wethouders
wenschelijk wordt geacht, wordt alsnu in stmming gebracht,
doch verworpen met 10 tegen 5 stemmen.
Tegen stemden de heeren STAAL, VAN KEPPEL, SAS
SEN, LIJDSMAN, VAN MIERLO, TEYCHINÉ, VER-
SCHRAAGE, HEIJLAERTS, VAN DAM en SMITS.
Voor waren de heeren VISSERS, SLECHTRIEM, JACOBY,
INGENHOUSZ en de v o o r z i 11 e r.
De heer ROMBOUTS onthield zich van mod:stemmen.
Ten aanzien van het toe te kennen bedrag voor presentie
geld aan de raadsleden, stelt de voorzitter voor, aan
gedeputeerde staten te berichten, dat eenige verandering in
den bestaanden toestand niet verlangd wordt.
Zonder eenige bedenking wordt dienovereenkomstig
besloten.
12. Circulaire van de gedeputeerde staten van Noord-
Brabant, d.d. 28 Juli 1904, G, no. 106, daarbij, namens den
minister van binnenlandsche zaken, inlichtingen verzoe
kende of wijziging van de verdeeling der gemeente in stem-
districten al dan niet wordt wenschelijk geacht.
Bij deze circulaire is gevoegd een prae-advies van burge
meester en wethouders, waarin wordt voorgesteld aan gede
puteerde staten te berichten, dat, met het oog op de opge-