20 Augustus 1904. 203 dane ervaring, 'eene wijziging van de beslaande verdeeling noch noodig, noch wenschelijk is. De voorzitter vraagt, of de raad zich met dit voorstel kan vereenigen. Niemand der leden daartegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten. 13. Prae-advies van burgemeester en wethouders alhier op het adres van den heer J. C. van Schermbeek e. a., verzoe kende te doen voorzien in de behoefte aan bestrating en straatverlichting in de Koninginnestraat, welk prae-advies luidt als volgt „Aan uwe vergadering, overeenkomstig haar bestuit van ,,20 Juli 1904, A, no. 13, van prae-advies dienende op het „hierbij teruggaande adres van J. C. van Schermbeek e.. a., „hebben wij de eer te berichten a. dat aan het verzoek tot hijplaatsing van eene gaslan taarn bereids voldaan is b. dat ten aanzien van het doortrekken der bestrating moet worden opgemerkt, dat adressanten, zonder dat zij door slijk of modder behoeven te loopen, over het voor hunne woningen gelegen trottoir, op de op eenige passen afstands liggende klinkerbestrating van den weg kunnen komen. Het trottoir aan de overzijde van de straat is door bewoners van Beteringen gelegd, vol gens verleende vergunning, doch ligt, om een goed geheel te maken, thans veel te laag. Met het oog op de hangende grenswijziging van deze gemeente, komt het ons voor, dat vooreerst niet m t de verharding van het bedoeld gedeelte weg moet wor den voortgegaan, maar dat eene tijdelijke verbetering, ter voorkoming van stof en modder, kan worden aan gebracht." De heer VISSERS vraagt, aan wie het toezicht behoort over het trottoir aan de zuidzijde van de Koninginnestraat. De voorzitter antwoordt hierop, dat de geheele weg behoort aan de gemeente Breda. Het trottoir is indertijd

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 203