20 16 Januari 1904. gehad, dan zal dit stellig niet met kwade bedoelingen zijn geschied. De lieer VAN DAM meent, dat de motie nog niet juist de bedoeling van den heer Reigersman weergeeft. Had er geen verzuim plaats gehadl, dan behoefden ook geen excuses te worden aangeboden, waartoe de voorzitter der hoofdcom missie zich, zeer prijzenswaardig, bereid verklaard heeft. Er kan dus in de motie niet gezegd worden ,,zoo er eenig verzuim heeft plaats gehad," maar er moet gesproken wor den van verzuim. De heer REIGERSMAN zegt, diat hij ook daarom voor gesteld heeftBetreurende het verzuim enz. Op de desbetreffende vraag des voorzitte rs, of het voorstal van den heer Reigersman ondersteund wordt, ant woordt de heer BLOEM ARTS bevestigend. De heer SCHELTUS zegt, dait hij het voorstel eveneens ondersteunit. Dan heeft de brandweer zeker voldoening en komt er tevens eene afkeuring aan het adres van den voor zitter der hoofdcommissie. De heer ROMBOUTS betoogt, dat het niet volkomen juist is, in de motie te spreken van Academiefeesten. De kaarten, door den heer Jacoby bedoeld, waren uitgegeven door de militaire feestcommissie. Die, waarover de brand weer zich miskend acht, hadden betrekking op de uitrei king van het vaandel en heeft ieder liidl van den raad in de vergadering, onmiddellijk aan de feesten voorafgaande, hier op zijne plaats aangetroffen. Do militaire commissie had aanvankelijk alleen kaarten uitgereikt aan de leden van de hoofd- en de regelingscom missie. Het verzuim, waarop de heer Jacoby doelde, was derhalve niet gepleegd door den voorzitter der hoofdcom missie, maar door de militaire feestcommissie, In dit op zicht had de heer Jacoby zich dus vergist. De beier JACOBY erkent, dat hij zich indertijd vergist heeft, en dat hij aanvankelijk meende, dlat de uitnoodigin- igen werden gedaan door de hoofdcommissie. Spreker heeft

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 20