24 Augustus 1904. 215 „goedkeuring, aan Hare Majesteit onze geëerbiedigde „Koningin, de Baronnesse van Breda, staande deze „plechtige buitengewone vergadering, het volgend te legram te zenden Aan Hare Majesteit de Koningin der Nederlanden. „De gemeenteraad van Breda in eene openbare, „buitengewone vergadering, met de burgemeesters „der gemeenten uit de baronie van Breda en de com- „missie uit de ingezetenen, op plechtige wijze herden „kende het blijde en grootsche feit, dat het heden „vijfhonderd jaren geleden is, dat Graaf Engelbrecht „van Nassau, de stamvader van het roemrijke Huis „van Oranje-Nassau, en zijne gemalin Johanna van „Polanen Hunnen plochtigen intocht deden bin- „nen de poorte van Breda en door de ingezetenen als „Baanderheer en Baandervrouwe werden gehuldigd, „veroorlooft zich de vrijheid, namens de bevolking „der Baronie, met gevoelens van liefde, trouw en ver knochtheid, Uwe Majesteit eerbiedige hulde te bren- „gen. „Uwe Majesteit moge den gemeenteraad vergunnen „hieraan toe te voegen, dat de bevolking der Baronie, „vervuld van dankbaarheid jegens ons geliefd Ko-- „ningsliuis, een fonds heeft bijeengebracht, om voor- bedoeld hoogst merkwaardig feit door een gedenk- „teeken te vereeuwigen, welk gedenkteeken bereids „ontworpen is en later onthuld zal worden. De voorzitter van den gemeenteraad ED. GULJÉ. „Laten we deze huldebetuiging bezegelen met den „uitroep Leve Ilare Majesteit de Koningin en „Haar Koninklijk Huis.1' Daarop vraagt en verkrijgt de heer VAN DAM het woord en zegt ongeveer het volgende

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 215