216 24 Augustus 1904. „Mijnheer de burgemeester. Als voorzitter van het comité „tot herdenking van het 500-jarig bestaan van het Huis van „Nassau-Oranje als lieeren en baronnen van Breda, betuig „ik U den welgemeenden dank voor uwe bereidwilligheid „om in eene openbare zitting van den gemeenteraad onze „eerbiedige hulde te doen brengen aan het doorluchtig stam- „huis van Oranje-Nassau. „Ook aan U, heeren burgemeesters, die ons de eer hebt „willen aandoen om deze vergadering bij te wonen en aan „hen, die afwezig zijn, mag een woord van erkentelijkheid „niet worden onthouden voor de medewerking om door „uwe gemeenten en hare inwoners te doen bijdragen in de „oprichting van het gedenkteeken, dat weldra in deze stad „verrijzen zal ter herdenking aan deze heuglijke gebeurtenis. „Mogen deze uitingen van liefde en eerbied voor het Ko- „ninklijk Huis, kan het zijn, nog meer toenemen en worden „nagevolgd door hen, die na ons komen. Het zij zoo!" Verder niemand het woord verlangende, sluit de voor zitter deze vergadering. De secretaris, De voorzitter,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 216