17 September 1904.
221
kas een lieel aardig profijt op. In afwachting van de even-
tuëele voorstellen der staatscommissie tot regeling der ge-
meente-financiën acht spreker het daarom niet gewensclit
thans op wijziging v.an het betrokken wetsartikel aan te
dringen.
De voorzitter meent, dat de gemeentekas bij eene
eventueele wijziging zal profiteeren.
De heer SCHELTUS geeft in overweging, met het oog op
het principieel verschil, dat er tusschen twee leden van
liet dagelijksch bestuur blijkt te bestaan, de circulaire te
renvoyeeren naar burgemeester en wethouders oim prae-
advies. De zaak wordt dan nader onderzocht.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
8. Schrijven van den heer J. H. H. Doimmers jr., houden
de mededeeling, dat de benoeming tot lid der commissie
van beheer van het stadsteekeninstituut door hem volgaar
ne wordt aangenomen.
De voorzitter stelt voor, dit schrijven voor kennis
geving aan te nemen.
Waartoe besloten wordt.
9. Schrijven van het comité ter herdenking van het 500-
jarig bestaan van het Doorluchtig Vorstenhuis van Nassau-
Oranje als Heeren en Baronnen van Breda, ingesteld bij
raadsbesluit van 2 April 1904, daarbij vergunning verzoe
kende tot oprichting van: een monumentaal gedenkteeken
in het Valkenberg op het gazon tegenover de Willemstraat.
De voorzitter vraagt, of de raad bereid is dit verzoek
toe te staan.
Niemand der leden daartegen eernige bedenking te
kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten.
10. Schrijven van de gedeputeerde staten van 'Noord-
Brabant, d.d. 25 Augustus 1904, G, no. 113, daarbij verzoe
kende de behandeling van hun schrijven van 9 Juni 1.1., G,
no. 59, met betrekking tot de prostitutie-verordening te
willen bespoedigen.