16 Januari 1904.
23
Art. 3.
„De koopers van de kavels 9 en 13 kunnen voor het stich
ten van gehouwen, voor den zijgevel, gebruik maken van
den scheidingsmuur ter dikte van 0,22 M., doch er mogen
,in dien zijgevel geene licht- of deuropeningen gemaakt
worden.
,,üe gemeente-behoudt zich het recht om tegen genoemde
zijgevels klimop of anldere klimplanten te laten groeien.
„Alle ovetrdg® scheidingsmuren voor zooverre zij de schei
ding uitmaken tusschen den te verkoopen grond en het
terrein derhoogere burgerschool of gymnasium warden be
schouwd als te zijn gemeene muren, overeenkomstig art.
,681 van het burgeiilijk wetboek, en moeiten aan de zijde van
,bet verkochte terrein door ue koopers of ihunne reehtver-
,k'rijgenden ten genoegen van burgemeester en wethouders
,van Breda werden onderhouden.
,,üe koopers van de kavels 5 tot en met 13 moeten tot eir-
kenning dezer gemeenschap aan de gemeente betalen de
halve kosten der scheidingsmuren, zijnde zeven gulden per
meter lengte. Het gedeelte houten heining tusschen de kavels
„3 tot en met 5 en liet terrein dier hoogtere burgerschool
,zal door de gemeente worden vervangen 'door een siteenen
,muur, gelijkvormig aan den bestaande.
Art. 4.
„üe verkroping heeft plaats bij opbod en afmijning, op
,de wijze, zooals dit bij de veiling zal worden bekend ge-
maakt, in 13 kavels.
„Alle geschillen, bij de veiling ontstaande, worden door
burgemeester en wethouders heslist, aan wier uitspraak
jZicili eenieder moet onderwerpen
„De al of niet toewijzing heeft plaats binnen vier weken na
,de verkooping.
Art. 5.
„De koopers stellen tot zekerheid der naleving van deze
.voorwaarden, twee gegoede borgen ton genoegen van burge-
meester en wethouders.
„De borgen zijn hoofdelijk aansprakelijk zonder schuld-
