5 November 1904.
253
tien gulden vijftig cent en verder onder de volgende
voorwaarden
dat de kooper, zoo voor zich als voor zijne recht
verkrijgenden, zich verbindt
a. om binnen een jaar na die onderteekening der
koopakte op den gekochten grond een gebouw
te stichten, volgens een door burgemeester en
wethouders goedgekeurd bouwplan, waarvan dê
naar de openbare straat gekeerde gevel geene
mindere hoogte dan acht meter boven den trot
toirband mag hebben
b. om op den gekochten grond geene bergplaatsen
van lompen, beenderen otf andere voor de ge
zondheid schadelijke stoffen op te richten
dat, wanneer de kooper of zijne rechtverkrijgenden
aan een der hiervoor gestelde voorwaarden niet moch
ten voldoen' zij, na op hunne kosten in gebreke te
zijn gesteld, voor eiken dag verzuim eene boete zul
len verbeuren van één gulden ten behoeve der ge
meente
dat de zijgevels van het te stichten gebouw en
grenzende aan gemeentegrond, ter breedte van elf
centimeters op gemeentegrond mogen worden ge
bouwd, met dien verstande, dat bij eventueel en ver
koop van den aangrenzende®, gemeentegrond ook die
gedeelten van de zijgevels gemeenschappelijk moeten
worden gemaakt
dat de betaling der koopsom zal geschieden bij de
onderteekening der koopakte ten kantore en tegen
kwitantie van den gemeente-ontvangeren
dat de kosten van zegel, leges, registratie, over
schrijving in de openbare registers e® alle andere
kosten op dezen verkoop vallende ten laste zijn van
den kooper.
3. Ontwerp-besluit tot vaststelling van den pensioens
grondslag van den heer C. B. Barto, leeraar aan de burger
avondschool alhier, luidende als volgt
,,De raad der gemeente Breda
Gezien de verordening, regelende de jaarwedden van