5 November 1904. 257 gende, het verzoek daartoe minstens drie maanden te voren behoort in te dienen. Wordt overgegaan tot stemming ter benoeming van een onderwijzer. Er worden uitgebracht 21 .stemmen, waarvan 9 op den heer Van Roermond, 9 op den heer Smeur en 3 op den heer Van der Horst. Niemand de volstrekte meerderheid verkregen hebbende, wordt tot eene tweëde vrije stemming overgegaan, waarvan de uitslag is, dat worden uitgebracht op den heer Smeur 11, op den heer Van Roermund 9 en op den heer Van der Horst 1 stemmen. Zoodat benoemd is tot onderwijzer aan de openbare school voor kosteloos lager onderwijs aan de Mid dellaan alhier de heer A. .T. C. Smeur, onderwijzer te Zevenbergschen Hoek, op de aan die betrekking verbonden jaarwedde overeenkomstig de verordening, regelende de jaarwedden van het onderwijzend perso neel in deze gemeente, in te gaan met den dag zijner infunctietreding en met bepaling, dat de benoemde, eervol ontslag verlangende, het verzoek daartoe minstens drie maanden te voren behoort in te dienen. De voorzitter dankt heeren st mopnemers voor het door hen als zoodanig verrichte. 7. Schrijven van den heer commissaris der Koningin in Noord-Brabantd.d. 27 October 1904, A, no. 6, houdende toezending van een aan Hare Majesteit de Koningin ge richt adres van H. Vossenaar, commissaris van politie alhier, om verhooging van jaarwedde, met verzoiek dien aangaande het gevoelen van den gemeenteraad te mogen vernemen. De v o o r z i 11 e r stelt deze zaak aan de orde. De heer JACOBY zegt, dat de commissaris van politie een adres heeft ingediend aan de Koningin om verhooging van jaarwedde, op grond van toenemende werkzaamheden. Van wege Hare Majesteit is het adres gerenvoijeerd aan den commissaris der Koningin, die het wederom aan den

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 257