5 November 1904. 267 Zoek heeft plaats gehad. De zaak is met deskundigen be sproken en het resultaat is geweest om het vroeger gedane voorstel in te trekken. In de meeste gemeenten wordt een maximum van 10 L. voldoende geacht. Adressanten hebben nu gevraagd om eene grootere hoeveelheid in voorraad te mogen hebben, ten einde door de politie-verordening niet in hun handel gehinderd te worden. Doch hierdoor kunnen adressanten niet worden geholpen met het oog op de bepalingen der hinderwet. Zij zouden dan toch in overtreding zijn, wan neer zij geen vergunning bekomen hebben volgens de hinderwet. De heer SASSEN dankt voor de volledige inlichtingen van den heer Bloemarts. In 't adres van de handelaren wordt .echter gewezen op eenige plaatsen, waar grootere hoeveelheden worden toegestaan, tengevolge van veran derde tijdsomstandigheden. Het heeft derhalve spreker's aandacht getrokken, dat die plaatsen erin voorzien hebben, en gaarne wenschte hij daarover eenige nadere inlich tingen. De heer BLOEMARTS zegt, dat aan de commissie hiervan niets gebleken is. Zij heeft tot dat doel d.e verordeningen opgevraagd van twee gemeenten, in het adres genoemd, doch daar zijn geen meer vrijgevige bepalingen gemaakt. Grootere hoeveelheden vallen onder de bepalingen der hin derwet, zoodat adressanten met eene politie-vergunning toch niet gedekt zouden zijn. De heer ROMBOUTS kan zich zeer goed met het voorstel der commissie vereenigen. Requestranten hebben eene omis sie begaan. Het is hun blijkbaar niet bekend, dat ze eene grootere hoeveelheid dan 10 L. in voorraad mogen hebben, als ze maar voldoen aan de bepalingen der hinderwet. Hadden 'ze dien weg ingeslagen, dan zou aan hunne be zwaren reeds tegemoet gekomen kunnen zijn, Nu hebben ze een vingerwijzing gekregen. Wenschen zij hun handel in benzine voort te zetten, dan kunnen zij alsnog, overeen-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 267