26& 5 November 1904. komstig de voorschriften der hinderwet, vergunning vra gen. Daarbij zullen dan zoodanige voorwaarden worden gesteld, dat het publiek zooveel mogelijk gevrijwaard blijft voor ongelukken. Zonder verdere bedenking wordt alsnu besloten, overeenkomstig het voorstel der commissie voor de strafverordeningen, op bet onderwerpelijke adres afwijzend te beschikken. 10. Nader prae-advies van de commissie voor de straf verordeningen alhier in zake de voorgestelde wijziging van art. 53 der algemeene politie-verordening voor deze gemeen te, luidende als volgt „Naar aanleiding van uwe missive van 21 September „1904, no. 1395, en onder terugzending van het daarbij ge noegde rapport door onze commissie dein 12. September „1904 aan UEd.A. ingezonden betreffende het opnemen in „de algemeene politie-verordening in de gemeente Breda „vam eene verbodsbepaling tegen bet betreden en daardoor „vernielen van de glooiingen langs de singelgrachten, heb- „ben wij de eer U in overweging te geven, dan raad nader „voor te stellen de verbodsbepaling, omschreven onder lit- „tera a van art. 53 der algemeene politie-verordening, te „wijzigen als vo'lgt: „Het is verboden ,,a. onverminderd het bepaalde bij de artt. 350, '424 en „460 van het wetboek van strafrecht, gras- of bloemperken „of beplantingen, zoomede de door de gemeente met gras- .gewas aangelegde bermen, zijkanten en glooiingen der „openbare wegen te betreden, te berijden, of zich daarop „te bevinden alsmede enz. Burgemeester en wethouders „kunnen echter wegen of gedeelten van wegen aanwijzen „ten aanzien van wier door de gemeente met grasgewas „aangelegde bermen, zijkanten en glooiingen dit verbod „niet zal gelden. „Tot toelichting meent de commissie uwe aandacht erop „te moeten vestigen, dat bij de ontwerpers der algemeene „politie-verordening de bedoeling beeft voorgezeten om

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 268