5 Novembeb 1904. 275 blijkt nu voldoende de bedoeling van den raad, dat men zich niet kan binden. De heer SCHELTUS kan zich het best vereenigen met de zienswijze van den heer Bloemarts, te meer, wijl hij een der bestuursleden heeft gesproken, die de huur ook slechts van zeer tijdelijken aard beschouwde. Niemand der leden hierover nog het woord ver langende, wordt besloten het gebouw der voormalige maréchausséekazerne tijdelijk met opzegging van drie maanden, in huur af te staan aan de vereeniging „Bredasche Brokkenverzameling", tegen een huur prijs berekend ad ƒ100,per j^ar. 14. Schrijven van het college van regenten van het oude-mannenhuis alhjier, d.d. 4 November 1904, diaarbij ter goedkeuring aanbiedende de begrooting van ontvangsten en uitgaven van gemeld gesticht voor het dienstjaar 1905. De voorzitter stelt voor deze begrooting ter fine van onderzoek en rapport te stellen in handen eener commissie van drie leden. Hiertoe besloten zijnde en nadat de raad zijn verlangen had te kennen gegeven, dat de voorzitter die commis sieleden zal aanwijzen, worden door hem als zoodanig be noemd de heeren Van Mierlo, Smits en Slechtriem. 15. Rapport van de door den raad benoemde commissie ten einde de voorschriften van de bestaande verordening, regelende de bouwpolitie in deze gemeente, in overeenstem ming te brengen met de woningwet, luidende als volgt „De commissie door uwen raad in zijne vergadering van „den 4. April 1903 benoemd ten einde de voorschriften van „de bestaande verordening, regelende de bouwpolitie in „deze gemeente, in overeenstemming te brengen met de „woningwet en te dier zake de noodige voorstellen aan den „raad te doen, heeft de eer naar aanleiding van de missive „van heeren burgemeester en wethouders van den 10. Au- „gustus 1904, no.1207, waarbij ter uitvoering van het besluit

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 275