276
5 November 1901.
„van uwen raad van den 20 Juli 1904 ten fine van advies in
„onze handen werd gesteld het rapport van de gezondheids
commissie voor de gemeente Breda d.d. 16 Juli 1904, no.
„90, in zake de ontwerp-verordening, regelende de bouwpo-
„litie in deze gemeente, welke ontwerp-verordening door
„onze commissie aan uwen raad in zijne vergadering van
„den 16 Januari 1904 is aangeboden, te berichten
„dat onze commissie zich over het algemeen met de wij-
„zigingen door de gezondheidscommissie in haar bedoeld
„rapport in overweging gegeven, zeer wel kan vereenigen
„en die mitsdien, behoudens het hieronder volgende, over-
neemt.
„Op de navolgende punten meent de commissie echter
„haar ontwerp te moeten handhaven en U de overneming
„der daarop door de gezondheidscommissie in overweging
„gegeven wijzigingen te moeten ontraden
„De commissie blijft van gevoelen, dat het wenschelijk
„is de algemeene bepalingen als hoofdstuk één aan de bij
zondere bepalingen te doen voorafgaan.
„Het komt baar logisch en voor 't recht verstand der bij
zondere bepalingen bevorderlijk voor, dat de inhoud dier
„algemeene bepalingen hem, die de bijzondere bepalingen
„gaat lezen, te voren bekend zij, immers de lezer te voren
„wete ten aanzien van welke inrichtingen de verordening
,,niet geldt, hoe de vergunningen, waarvan voortdurend in
„de bijzondere bepalingen gesproken wordt, gevraagd en
„verleend worden en zoo voorts.
„Art. 1. De door de gezondheidscommissie gestelde ter-
„mijn komt onzer commissie te lang voor, ze adviseert dien
„te stellen op drie jaren.
„Art 16. Art. 19 (bijg. ontwerp).
„De commissie acht het door de gezondheidscommissie
„voorgestelde verbod om stallen dichter dan 2. meter bij
„woningen te bouwen, vooral wat paardenstallen be reft,
„te bezwarend.
„Art. 19 (22 van bijgaand ontwerp).
„De commissie is van oordeel, dat bet bouwen tot eene
„hoogte vain twee maal in plaats van, zooals de gezond
heidscommissie voorstelt, een en een half maal de breedte
