282 12 November 1904. zuivere koopsom, een salaris te geven van f 25,waartoe men bij dit artikel wilde bijyoegenh. salaris van den vischafslager f 25, Antwoord: Volgn. 72. Gaarne erkennen burgemeester en wethouders, dat de keurmeester een drukken werkkring heeft en hij zijne taak met ijver en toewijding vervult. Het vereenigen der beide betrekkingen van keurmeester in één persoon moge alsnog bestaanbaar zijn met den tegen- woordigen titularis, maar komt burgemeester en wethou ders, met het oog op de toekomst, welke van regeerings- wege veranderingen doet verwachten, niet. wel mogelijk voor. Intusschen staat dit niet in den weg om den titularis als keurmeester van de visch op te nemen in het gemeentelijk pensioenfonds. Daartoe behoort hij op den staat gebracht te worden, bedoeld in art. 2 der betrekkelijke verordening, wal ook bij samenvoeging der betrekkingen zou moeten ge schieden. Burgemeester en wethouders geven mitsdien in overwe ging, de wedde van den titularis als keurmeester van de visch met f 50,per jaar te verhoogen en hem als zoodanig op den voorbedoelden staat te brengen. Het opheffen der betrekking van adjunct-keurmeester van de visch en het verhoogen van het salaris van, den visch afslager, zonder dienstprsestatie, met f 25,moeten burge meester en wethouders ontraden. Nog onlangs, bij het verblijf van den keurmeester te Utrecht, bleek de aanwezigheid van den adj.-keurmeester voor den dienst noodzakelijk. De heer JACOBY zegt, dat hij zich zeer goed vereenigen kam met het eerste gedeelte van het antwoord van burge meester en wethouders, doch niet wat het tweede gedeelte aangaat. Spreker heeft in de sectie-vergadering de wensche- lijkheid betoogd, dat de vischafslager zou worden onthe ven van zijne functie als adjunct-keurmeester, echter niet

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 282