284 12 November 1904. mededeelde, dat de vervanging van den keurmeester door den adjunct slechts hoogst zelden voorkomt. De heer BLOEMARTS meent uit het gesprokene te moeten opmaken, dat de zaak alleen hierop neerkomt, dat de vaste betrekking van adjunct-keurmeester wordt opgeheven. De voorzitter vraagt, of de raad zich met het voorste] van den heer Jacoby kan vereenigen. Niemand der leden hiertegen eenige bedenking te kennen gevende, wordt dienovereenkomstig besloten, waarna de betrokken post, met inachtneming der voorgestelde wijzigingen, wordt goedgekeurd. Volgn. 83. Hoofdst. II. Art. 4. In ééne afdeeling was men van oordeel, dat liet tegen woordige drukwerk zeer slecht is en verbetering behoeft, Volgn. 89. Art. 12. Omtrent het bindwerk werd dezelfde opmerking gemaakt als de voorgaande. Antwoord: Volgn. 83 89. Op de levering van goed druk- en bindwerk is steeds het oog gevestigd en het toezicht daarop zal gaarne zooveel mogelijk verscherpt worden. Beide posten worden hierop goedgekeurd. Volgn. 95. Hoofdst. III. Art. 1. a. Algemeen spreekt men in ééne afdeeling de wenschelijk- heid uit bij het verleggen der tramwissels in de Gasstraat de zijkanten dier straat ook opnieuw te bestraten. Antwoord: Volgn. 95. De bestrating van de zijkanten in de Gasstraat bestaat uit onregelmatige, onbehakte keien. Het herstraten kan uit de gewone onderhoudskosten gevonden worden. De heer VISSERS zegt, dat hij in de afdeelings-vergade-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 284