286 12 November 1904. mag daarin toch ook wel een woordje meespreken. Als er van hieruit een krachtig vertoog gezonden wordt naar het gemeentebestuur van Ginneken, dan zal toch wel verbete ring te wachten zijn. Het is tech bekend, dat Ginneken niets doet voor den weg in den Zandberg, maar alles be steedt voor den weg op eigen grondgebied in de richting naar Strijbeek. Mochten vertoogeni niet helpen, dan zou spreker het gemeentebestuur willen stellen voor het alter natief verbetering van den weg of geen bijdrage. De voorzitter antwoordt hierop, dat het aandeel van Breda in de kosten van onderhoud van dien weg bedraagt van Breda tot den Roskam T7T en verderop tot de Belgi sche grenzen f gedeelte. Ginneken dient jaarlijks eene be grooting in en de gemeente Breda betaalt haar evenredig aandeel. Wenscht Ginneken niet aan het verlangen van Breda te voldoen, dan zou men zich kunnen wenden tot gede puteerde staten, welk college met het algemeen toezicht op de wegen is belast. De heer INGENHOUSZ meent, dat het dagelijkscli be stuur dan toch invloed kan uitoefenen op de begrooting en dat we n,iet geheel van Ginneken behoeven af te hangen. De voorzitter wijst erop, dat bij eventueele grens- verandering de mogelijkheid zou kunnen bestaan om der weg op Ginnekensch grondgebied .aan Ginneken over te dragen. De heer VAN DAM geeft in overweging het bestaande contract voor de leden ter visie te leggen. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit contract hem niet bekend is. Het is stellig van zeer ouden datum. De heer BLOEMARTS betoogt eveneens de noodzakelijk heid om in deze krachtig op te treden. De heer SASSEN zou in overweging willen geven voor taan ook de begroooting van Ginneken aan den raad over te leggen. De heer VAN DAM bespreekt nader de wenschelijkheid

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 286