290 12 November 1901. geheele gebouw komt dan to rusten op de buitenkolommen, waarvan er twee reeds gedeeltelijk verteerd zijn. Burge meester en wethouders houden zich aan het oordeel van den gemeente-architect. De heer TEYCTIINÉ acht het wensclielijk, nu blijkt dat liet oordeel van den architect niet overeenstemt met dat van de heeren Lijdsman en Slechtriem, dat die heeren eene conferentie houden, om de zaak nader te overwegen. De voorzitter geeft alsnu in overweging deze zaak nader te bespreken met de bouwcommissie en den heer Slechtriem. Dienovereenkomstig wordt besloten, waarna de be trokken post wordt goedgekeurd. Volgn. 109. Art. 6 a. Een der leden acht dezen post niet genoegzaam toege licht en zou de uitvoering van dat werk een jaar willen uitstellen. d. De minderheid der leden eener afdeeling wenscht niet eene voetbeschoeiing te dezer plaatse, doch eene wal- beschoeiing ter volle hoogte wegens de geringe ruimte voor laden en lossen en de mogelijkheid om de glooiing in goeden staat te houden. Antwoord: Volgn. 109. a. Met het oog op de naderende voltooiing van de kerk ter plaatse, waarvan zoowel de zij-ingang als de riool aansluitingen aan den kant van den Weerijssingel zijn ge legen, hebben burgemeester en wethouders gemeend zoo wel het trottoir omheen de kerk als het gedeelte singel nu reeds op de begrooting te moeten brengen zullende boven dien voor den Haagweg op de volgende begrooting tocli nog een bedrag van ƒ10 000 moeten gebracht worden. cl. Op grond van ingekomen klachten is het door burge meester en wethouders verboden aldaar eene los- en laad-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 290