12 November 1904. 293 De controle kam bij elke opname door belanghebbenden geschieden en de behoefte aan electrische zaklampen is nog niet gebleken. Intusschen zijn burgemeester en wethouders bereid een en ander te onderwerpen aan het oordeel der commissie van bijstand in het beheer der gasfabriek en waterleiding en ook nader in die commissie de vraag omtrent het muntgas-me- terstelsel ter sprake te brengen. De urinoirs worden steeds geregeld en met zorg door gespoeld. De heer HEIJLAERTS vestigt de aandacht op het urinoir bij de Tolburg, en zou de achterzijde daarvan wat beter willen bedekken met het oog op de zedelijkheid. Dit kan gevoegelijk geschieden door het bijplaatsen eener kleine schutting. De heer JACOBY zegt, dat burgemeester en wethouders nu reeds voor de vierde maal de belofte hebben gedaan, dat zij de commissie zullen hooren over de aanschaffing van munt gasmeters. Spreker hoopt, dat dit nog in den loop van dit jaar zal plaats hebben. De voorzitter antwoordt hierop, dat aan het verlan gen der beide vorige sprekers zal worden gevolg gegeven. De heer SLECHTRIEM vraagt, welk bezwaar het kan op leveren, om bij de opneming der gasmeters telkens eene contrölestrook achter te laten. De voorzitter zegt, dat iedereen in de gelegenheid is controle uit te oefenen door den meter zelf. Mochten er bij de opname abuizen hebben plaats gehad, dan worden die de volgende maal vanzelf hersteld. De betrokken posten worden hierop goedgekeurd. Volgm. 112, Art. 9. Een lid eener afdeeling is minder tevreden over den vui- len toestand, waarin het materiaal, paarden en tuigen der gemeente-reiniging alsmede de kleeding der werklieden verkeeren en vermeent, dat deze eene vergelijking met andere plaatsen, met name s-Boscl)niet kunnen doorstaan.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 293