298
12 November 1901
te worden, dat nog geen beschikking ontvangen is op het
aan H. M. de Koningin gericht adres ter zake derhoogere
burgerschool, w'elke beschikking, naar het oordeel van bur
gemeester en wethouders moet worden afgewacht.
De hoogere burgerschool drukt inderdaad zwaar op de
financiën van de gemeente.
De heer SASSEN zegt, dat de laatste zinsnede in het ant
woord van burgemeester en wethouders hem heeft teleurge
steld. De opmerking, dat de hoogere burgerschool zwaar
drukt op de financiën der gemeente, is niet juist. Dit zou
evengoed van toepassing zijn op de kosten van het lager
onderwijs, de politie enz., kortom, men zou dit van de ge-
heele begrooting kunnen zeggen. Het eindcijfer der begroo
ting bedraagt f 680 000,waarvan slechts 5% voor reke
ning van de hoogere burgerschool komt.
In vergelijking met andere plaatsen maakt Breda geen
slecht figuur. In Nijmegen met 224 leerlingen kostte de hoo
gere burgerschool over 1903 aan de gemeente f 18 000,te
Arnhem, met 194 leerlingen, f22 000,te Leiden, met 195
leerlingen, f 24 000,te Zutphen, met 173 leerlingen,
f20 000,en te Breda met circa 200 leerlingen, slechts
f13 248,Breda heeft dus niet te klagen.
Volgens het gemeenteverslag over 1894 kostte elke leerling
der hoogere burgerschool aan de gemeente f 85,in 1903
maar f 66,—. Iin 1903 waren de uitgaven slechts f 1737,meer
dan in 1884, terwijl in 1884 de school 54 leerlingen telde en
in 1903 circa 200 leerlingen.
Men moet van de hoogere burgerschool geen schrikbeeld
maken en met dergelijke uitdrukkingen, als thans door bur
gemeester en wethouders zijn gebezigd, moet men voorzich
tig zijn. De zaak is veel onschuldiger, dan zij wordt voor
gesteld.
Verder moet niet uit het oog verloren worden, dat de hoo
gere burgerschool ook indirecte voordeelen oplevert voor
Breda, hetgeen door den heer Verschraage inde Mei-verga
dering zoo terecht is opgemerkt.
Volgens verkregen informatiën wordt de hoogere burger
school thans bezocht door 100 buitenleerlingen, verdeeld over