302 12 November 1904. ke werkzaamheden aan die betrekking verbonden zijn, dan zou hij zeker toen reeds niet geaarzeld hebben aan die com missie eenige vergoeding toe te kennen. Het werk der com missie, dat veelomvattend is, is boven sprekers lof verheven. Spreker stelt derhalve voor reeds nu het vereischte bedrag op de begrooting te brengen. Zonder bedenking wordt besloten, overeenkomstig dit voorstel, den betrokken post met f300,te ver- hoogen. Volgn. 157. Art. 1. In eenë afdeeling acht men het algemeen billijk, dat leer lingen der ambachtsschool, die buiten de school particulier werk verrichten, of van gemeentewege of uit het legaat Van Cooth tegen ongevallen verzekerd worden. Antwoord: Volgn. 157. De ambachtsschool wordt niet geacht te behooren onder de verzekeringsplichtige bedrijven. Of de leerlingen in of buiten de school werkzaamheden verrichten, het blijft, naar liet oordeel van burgemeester en wethouders, onderwijs, en zijn die werkzaamheden niet gelijk te stellen met arbeid, in loondienst, voor de gemeente. De heer VISSERS zegt, dat hij het niet geheel eens is met het antwoord van burgemeester en wethouders. Voor de werkzaamheden buiten de school verricht, staat de school gelijk met elk ander aannemer. Die werkzaamheden buiten de school geschieden tegen loon ein spreker meent, dat in dit opzicht de ambachtsschool valt onder de verzekerings plichtige bedrijven. De voorzitter antwoordt hierop, dat die werkzaam heden steeds op aanwijzing en onder toezicht van den on derwijzer geschieden en dus zeer weinig gevaar opleveren. De heer LIJDSMAN betoogt eveneens, dat de werkzaam heden buiten de school verricht, moeten beschouwd worden als onderwijs. De leerlingen zijn niet loontrekkend.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 302