312 3 December 1901. in het ontwerp werd verwezen. Men vroeg zich af, of er dan werkelijk zooveel aanmerkingen te maken waren. Bij nader inzien is echter gebleken, dat die aanmerkin gen niet van zoo ernstigen aard zijn geweest, 't Is meer schijn, dan werkelijkheid. Alleen is gebleken, dat de ge zondheidscommissie een, «enigszins overtollig gebruik heeft gemaakt van den leiddraad des heeren Blaupot ten Cate. Daaraan schijnt de commissie veel waarde te hebben ge hecht, meer dan aan het werk der raadscommissie, ja meer dan de heer Blaupot ten Cate zelf. In zijn voorwoord voor den 3den druk izegt de heer Blau pot ten Cate, dat deze handleiding zooveel verschilt van den lsten druk, dat zijn eerste werk daaruit bijna niet meer te herkennen is -en, als 't ware 'eene geheele verjon gingskuur heeft, ondergaan. De gezondheidscommissie heeft wellicht wat te veel geput uit den groenpot van den; heer ten Cate: Stellig was zij de meening toegedaan, dat de bestaande verordening moest vernieuwd worden, omdat zij door verloop van jaren wel wat geel geworden was. Toch heeft de gezondheidscommissie ons een grooten dienst bewezen en vele goede en. Inuttige wenken gegeven. Begrijpt spreker de zaak goed, dan was het de-taak van de gezondheidscommissie alleen om te overwegen, welke veranderingen daarin noodig waren in. het belang der volks gezondheid. iDie commissie heeft hare taak ecliter anders opgevat. Zij heeft het ontwerp eene verjongingskuur deen ondergaan, waardoor het evenwel niet minder geworden is. Spreker hoopt, dat de vele .wisselvalligheden, welke het ontwerp reeds hij zijne geboorte ondervonden heeft, niet van nadeeligen invloed zullen zijn en. dat het doel, hetwelk beoogd wordt, namelijk de verbetering Van, de volkshuis vesting, door deze verordening zal verwezenlijkt worden. De voorzitter acht zich verplicht eveneens een woord van lof te brengen aan de betrokken commissie uit den raad en aan de gezondheidscommissie voor den ijver en de toewijding, waarmede die commissiën hare taak hebben opgevat en voleind,

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 312