324
3 December 1904.
overeenkomstig de conclusie daarvan, gemelde bfgrooting
goed tie keuren.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De v o o r z i 11 e r en de heeren VAN DONGEN en VAN
HAL, respectievelijk voorzitter en leden van het college van
regenten van het oude-mannenhuis, wenschen geacht te
worden niet tot dit besluit te hebben medegewerkt.
De voorzitter schorst de openbare vergadering, welke
alsnu overgaat in eene met gesloten deuren.
Na heropening der vergadering, stelt de voorzitter
voor aan den Staat der Nederlanden in koop af ie staan
de gromden, gelegen ter plaatse „de Lage Heide" onder de
gemeente Oosterhoutkadastraal bekend, sectie I, nos. 28,
29, 30, 31, 31a, 32, 33, 197, en 198, samen, groot 27 hectaren,
47 aren, 10 centiaren, voor de som van twee duizend drie
honderd gulden., onder voorwaarde, dat de gemeente het
recht behoudt gedurende een tijdvak van acht en zeventig
achtereenvolgende jaren, ingaande 18 April 1905, aan die
perceelen grondwater te ontleenen tem behoeve van de
Bredasche hoogdrukwaterleiding en dat de canon, vastge
steld bij overeenkomst tusschem den Staat de:r Nederlanden
en de gemeente Breda, d.d. 18 April 1893, worde terugge
bracht op een bedrag van vijf honderd gulden per jaar.
Dienovereenkomstig wordt besloten.
De voorzitter sluit hierop de vergadering.
De secretaris,
De voorzitter,