330 24 December 1904. ■meer er van elders wordt ingebracht, des te meer rente wordt er geheven. Het bewijst overigens, dat de rente elders nog hooger is dan te Breda. Wat nu betreft de flnaneiëelé zijde, meent spreker erop te moeten wijzen, dat de gemeente de woning van den di recteur en het pakhuis gratis ten gebruike aan de bank afstaan. Alleen de onderhoudskosten, die zeer gering zijn, komen voor rekening van de bank. Bij de provincie of het Bijk behoeft men niet oim subsi die aan te kloppen, wijl geen bijdragen aan banken van leening worden gegeven. De lieer JACOBY zegt, dat toch aan boerenleenbanken wel subsidie wordt verstrekt. De voorzitter antwoordt hierop, dat dit heel iets anders is. Vroeger werden de verstane panden zelden met verlies verkocht, doch thans komt dit meermalen voor, ondanks de meest zorgvuldige schatting. De bank verliest dan niet enkel een gedeelte van de beleeningssom, maar ook den interest van de verstane panden. De heer JACOBY wijst erop, dat men toch zal moeten toestemmen, dat eene rente van 12% zeer lioog is. Wanneer iemand zijne vaste goederen door hypotheek verpandt, betaalt hij 4 a 4J%, terwijl daarentegen voor het verpanden van een jas of een horloge 12% rente ver schuldigd is. De voorzitter geeft toe, dat de rente hoog is, doch clit neemt niet wc-g, dat de bank toch nog met verlies kan werken, hetgeen spreker met verschillende cijfers aantoont. Bij eene verlaging van den rentestandaard met slechts 1% zou de bank reeds een direct verlies lijden van f 250, a ƒ300,per jaar. De heer ROMBOUTS zou heel gaarne met eene verlaging van den rentestandaard willen medegaan, wanneer dit eenigszins mogelijk ware. .Spieker gelooft zelfs, dat het rapport van de commissie nog een beetje te rooskleurig is gesteld en dat het verlies grooter is, dan in het rapport wordt uitgedrukt. Wanneer de bank over eenig boekjaar

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 330