332
24 December 1904.
10. Adres van het comité tot oprichting eener kinderbe
waarplaats hier ter stede, daarbij verzoekende om eene gel
delijke bijdrage uit de gemeentekas.
De voorzitter geelt in overweging het adres te ver
zenden naar burgemeester en wethouders om prae-advies.
Verschillende leden dringen aan op afdoening, waarop
de voorzitter voorstelt aan het comité een bijdrage
te geven van 100,
De heer SMITS kan zich met dit voorstel niet vereenigen.
In 't algemeen is spreker tegen het subsidiëeren van lief
dadige instellingen, maar vooral van dez,e instelling, welke
nog in wording is en van wier werking nog niets bekend
is. Als iedere liefdadigheidsinstelling bij hare oprichting
maar dadelijk bij de gemeente om eene subsidie kon aan
kloppen, waar zou het dan heen gaan, vraagt spreker. Bo
vendien is eene bijdrage reeds vroeger geweigerd aan Kin
dervoeding en de St. Vincent,iusvereeniging, zoodat er een
precedent gesteld is. In elk geval zou spreker eerst de wer
king van de vereeniging willen zien, alvorens tot subsidi-
ëering over te gaan.
De heer SASSEN is eveneens voor afdoening dezer zaak.
't Geldt eene beginselquaestie, waarop de gemeente, naar
sprekers meening, niet mag ingaan. Reeds meermalen zijn
dergelijke subsidiën voor liefdadige instellingen geweigerd.
Spreker is van oordeel, dat de gemeentekas daarvoor niet
.mag worden opengesteld. Dat zou een begin zijn, waarvan
het einde niet is te overzien.
De heer SCHELTUS schaart zich aan de zijde van hen,
die deze zaak thans wenschen af te doen. Spreker meent,
dat daardoor ook in den geest zal worden gehandeld van
het comité, omdat het bestuur zich niet constitueeren zal,
voordat bekend is over welke fondsen het kan beschikken.
Wat de zaak zelve betreft, gaat spreker mede met hen, die
het verzoek van de hand willen wijzen, Wij l het niet op den
weg der gemeente ligt, om kinderen reeds even na de ge
boorte te gaan .beschermen.