334 24 December 1904. dat die commissie thans voor de meerderheid bestaat uit leden van het dagelij ksch bestuur, hetgeen spreker niet gewenscht acht. De heer VAN HAL meent, dat uitbreiding der commissie in strijd is imet de bestaande verordening. Om echter uit de impasse -te geraken, waarop de heer Sassen doelt, wil spreker gaarne voor het lidmaatschap der commissie be danken, orn dan een ander in zijne plaats te doen be noemen. De heer BLOEMARTS is tegen het voorstel van den heer Sassen. De commissie dient te bestaan uit een oneven ge tal leden. Is de raad van meening, dat de commissie niet is samengesteld, zooals hem dat in het belang der zaak het meest gewenscht voorkomt, dan kan hij andere leden benoemen in de plaats van de thans zitting hebbende leden. De heer SASSEN meent dat zijn voorstel veel onschuldi ger is dan het middel, hetwelk de heer Bloemarts aan de hand doet. Men behoeft dan de thans zitting hebbende le den niet te krenken. Den heer SCHELTUS komt het voor, dat de commissie niet is samengesteld, zooals dat in het belang der zaak wenschelijk ware. Wanneer thans een voorstel in de com missie is behandeld, waarover later door burgemeeester en wethouders eene beslissing moet worden genomen, dan is het eenige lid van het d agelij ksch bestuur, dat van die commissie geen deel uitmaakt, genoodzaakt zich bij het ad vies der commissie neer te leggen. Spreker heeft dit nog dezer dagen betoogd, toen het gold de benoeming van een meesterknecht bij de gemeente-reiniging. Zelfs, wanneer een der leden van het dagelijksch bestuur, tevens lid der commissie, zich niet met het voorstel zou kunnen vereeni gen, dan nog zou men zich bij dat voorstel moeten neer leggen, omdat bij staking der stemmen de voorzitter beslist. De voorzitter doet opmerken, dat, wanneer bij be noemingen de stemmen staken, het lot beslist. De heer BLOEMARTS wijst er nogmaals op, dat, wan-

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 334