64 19 Maart 1904. Hat eerste is het brengen eener kleine wijziging in de grens tot wegneming van onregelmatigheden, doch waar, zooals hieir, de oppervlakte der gemeente verdubbeld wordt en van eene andere gemeente meer dan de helft der bewoners wordt afgenomen, mag gerust gesproken worden van eene an nexatie. Waar het nu geldt Romiei of Transvaal, stad of land, spre ker ziet in annexatie altijd een zeker recht van dien sterkste. Dit neemt niet weig, dat annexatie kan geschieden onder hoogere goedkeuring, mits het geldt het algemeen belang. In hoever dat algemeen belang bij idieze annexatie be trokken is, zal blijken uit de memorie van toelichting. Daar in staat o. a., dat de aanwinst der strook grond, door slooping der vestingwerken verkregen, spoedig' onvoldoen de bleek, zoodat men buiten de grenzen van Breda zocht, wat daarbinnen niet in genoegzame mate voorhanden was. Spreker meent, dat dit de waarheid niet valkomen juist weergeeft. In 1870 had de ontmanteling der vesting plaats en de toen opengekomien bouwterreinen zijn thans nog niet geheel verkocht, waarvan een ieder zich genoegzaam kan overtuigen. De ruimte voor bebouwing was er dus wel in voldoende mate, doch zij werd door den staat uit klein geestig winstbejag niet aangeboden. Een mede-oorzaak van den aanbouw buitein de gemeente is deze. Breda is geene luxe-stad. Hadden de bouwonderne mers woningen gebouwd met eien huurwaarde van ƒ400,— a 500,dan zouden velen buiten Breda niet gezocht heb ben, wat hier niet te verkrijgen was. Meerdere voorbeelden zijn spreker daarvan bekend. Vierder zegt de memorie van toelichtingDe meest ge- weinschte toestand isi wel, dat eene bebouwde kom met eene langs alle zijden ruime -strook open terrein ééne gemeente uitmaakt. Dat ideaal is, naar sprekers meening, niet te bereiken dan door annexatie van een groot gedeelte van Ginneken. Wat d)e volksgezondheid aangaat, waarom ook de buurt schap „Duitenhuis" in het plan is opgenomen, is spreker van oordeel, dat sedert de invoering der gezondheids- en woningwetten een geheel andere toestand is ingetreden. Van eenig gevaar voor Breda kan thans geen sprake meer

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 64