71
19 Maart 1904.
het lid dat in de minderheid is geweest, zich bij dei meer
derheid neer te leggen en zich in elk geval van bestrijding
te onthouden. Spreker meent dan ook, dat het niet aan
gaat, dat het voorstel op dergelijke wijze door een lid
van het dagelijksch bestuur wordt afgebroken.
Thans komende aan het voorstel van den heer Rom-
bouts
De voorzitter wijst erop, dat dit voorstel behoort
bij de behandeling van artikel 1 en niet bij d'e algemeene
beschouwingen, welke thans aan de orde zijn.
De heer TEYCHINÉ voortgaande, drukt zijn leedwezen
erover uit, dat gedeputeerde staten gemeend hebben niet
te moeten tornen aan Ginneken. Spreker wijst daarbij op
de bleekerij van Van Alphen en betoogt veird.er de wen-
schelijkheid, om den geheelen Boulevard in het grenspïan
op 'te nemen.
De heer SASSEN zegt, dat hij niet in algemeene be
schouwingen zal treden, doch enkel meent protest te moe
ten aanteekenen tegen de wijze, waarop de heer Romhouts
aangaande zijne opinie wordt aangevallen.
Het betreft hier een ontwerp van gedeputeerde staten.
Weliswaar heeft leir overleg plaats gehad, doch dit belet niet,
dat iedereen dit ontwerp zelfstandig mag beoordeelen een
lid van liet dagelijksch bestuur evengoed als ©en lid van
den raad.
Spreker meent echter, dat de heer Teychiné zich vergist
en wellicht op het oog heeft de laatste missive van burge
meester en wethouders over dit onderwerp. Daarbij kan
zeer goed verschil van gevoelen hebben bestaan.
Wel heeft bet spreker bevreemd, dat 14 dagen geleden de
heer Scheltus nog verklaarde, dat hij de afdeelingen niet
voldoende zou kunnen inlichten en eveneens, dat het amen
dement van den heer Rombouts pas 5 dagen geleden ver
schenen is. Doch dit bele.t niet, dat de zelfstandigheid voor
ieder lid van het dagelijksch bestuur blijft bestaan en over
dit onderwerp vrij zijne gedachten mag uiten.
De heer Teychiné beschouwt de zaak blijkbaar verkeerd.
Spbeker heeft aanvankelijk ook tot het plan medegewerkt,
doch thans is hij tegen annexatie.