72
19 Maart 1904.
De heer TEYCHINÉ handhaaft zijn gevoelen. Het ont
werp zal bij burgemeester en wethouders zeker wel tot in
de kleinste bijzonderheden behandeld zijn. De wethouder
zit hier om, als lid van het dagelijksch bestuur, de voorstel
len van dat oollegei te helpen verdedigen.
De heer ROMBOUTS doet opmarken, dat de zienswijze
van den heer Teychiné niet juist is. Doch aangenomen, dat
spreker voorstander van de annexatie was geweeist, waarom
zou hij dan niet mogen 'terugtreden 11 faut juger les écrits
d'après leur date, zegt spreker.
Sedert de invoering deir woning- en gezondheidswetten
is in dien toestand eiene kolossale verandering gekomen. Nu
is het groote motief Arooir annexatie vervallen. Spreker heeft
altijd gezegd', dat hij met de zaak niet ingenomen was.
Zijne opinie inldiit opzicht is aan iedereen bekend. Spreker
acht den vooruitgang van Breda verzekerd, als de omlig
gende gemeenten in bloei toenemen.
De heer HEIJLAERTS weerspreekt de bewering van den
heer Rombouts, dat de invoering dier woning- en gezond
heidswetten de annexatie niet noodi'g zouden maken. Juist
het omgekeerde is het geval, meent spreker. De hygiëne vor
dert licht, lucht en ruimte, doch Breda bezit die ruimte niet.
De enkele open plekjes dienen behouden te blijven voor
pleinen of iets dergelijks. De krotten moeiten worden opge
ruimd, doch welke woningen zullen wij dan onze arbeiders
kunnen aanbieden vraagt spreker. Men zal overal, te
vorgeefsi naar eenige ruimte zoeken.
De heer JACOBY heieft den heer Rombouts de annexatie
hooren noemen het recht van den sterkste, doch dan geldt
dit evengoed voor het weinige, dat de heer Rombouts wil,
als voor het meerdere, dat in het voorstel van gedeputeerde
staten begrepen is.
Spreker beschouwt de annexatie als het terugnemen van
een gedeelte grondgebied,, dat vroeger het eigendom der
gemeente was, doch dat door den loop der gebeurtenissen
daarvan is afgescheiden. Dit is vroeger door wijllen burge
meester De Man zeer duidelijk in het licht gesteld.