19 Maart 1904. 73
De vergelijking, door den lieer Rombouts gemaakt, met
Amsterdam en Rotterdam gaat niet op. Dat zijn wereldste
den. Die hadden grond nioodig voor de uitbreiding van ha
venwerken, om de concurrentie met d.e buitenlandiscbe
koopsteden, zooals Antwerpen en Hamburg, het hoofd te
kunnen bieden. Wel zijn de belastingen daar verhoogd, doch
niet als gevolg van de annexatie, maar omdat de handel
zulke hooge uitgaven vorderde.
Dat ler nog grond te Breda open ligt, is, volgens spreker,
zeer verklaarbaar. De menschen zien er financiëel voordeel
in, om aan de grenzen te ©aan wonen. Zij profiteer en toch
van alles wat Breda biedt, doch daarom is het noodig, dat
zij, die de lusten hebben, ook eenigszins in de belastingen
bijdragen.
De meening, dat de annexatie reedis dadelijk groote kosten
zal veroorzaken, deelt spreker niet. Alles zal geleidelijk
gaan. Als voorbeeld haalt spreker aan de bestrating van de
Leuvenaarstraat, welke eerst koirt geleiden heeft plaats ge
had, niettegenstaande de vestingwerken reeds in 1870 ge
slecht zijn.
Ook met de opmerking, dat de salarissen der ambtenaren
noodwendig zullen moeien stijgen, kan spreker niet mede-
gaan. Menigmaal wordt hier Nijmegen tot voorbeeld aan
gehaald. Welnu, Nijmegen heeft 46000 inwoners. Breda zal
na de annexatie ruim 30000 zielen tellen en reeds nu kan
gezegd worden, dat de salarissen te Nijmegen niet hooger
zijn dan te Breda.
Het voornaamste argument echter, dat pleit vóór de an
nexatie, is, dat Breda behoefte heeft aan ruimte. Er zijn
tal van ongezonde woningen, die opgeruimd moeten worden.
Niemand beter, dan die, heer Rombouts, als voorzitter van
de gezondheidscommissie, weet dit.
Reeds is een begin gemaakt met de onbewoonbaar ver
klaring van woningen en er zullen zeker nog vele moeten
volgen. Dat zijn woningen van arbeiders, die in Breda hun
brood verdienen en nu gaait het niet aan, om die menschen
naar Princenhage of Ginneken te sturen. Zij hebben recht om
in Breda te blijven wonen. Daarom moet Breda zijn grond
gebied uitbreiden, om er gezonde arbeiderswoningen op te
kunnen bouwen.
