84
19 Maart 1904.
De heer SASSEN had gemeend, dlait gelegenheid zou heb
ben bestaan nader op de cijfers terug te komen, of dat bur
gemeester en wethouders betere cijfers zouden hebben ge
geven. Onder de uitgaven is veel weggelaten wat mat de
annexatie in onmiddellijk verband staat.
De. voorzitter antwoordt hierop, dat seatiktel niet zijn
opgegeven de uitgaven voor dein aanleg van ga,si- en water
leidingen, omdat deze winsten voor de gemeente opleveren.
De beer BLOEMARTS, hoewel het overbodig achtende
naair aanleiding van dein uitslag der zooeven gehouden
stemmingen, meent toch erop te moeten wijzen, dat het hem
straks ils opgevallen, dat niet blijkt, of de heer Sassen te
rangschikken is onder de voor- of tegenstanders der annexa
tie. Aanvankelijk deed de heer Sassen uitkomen, dat hij
niet kon medegaairu met den roof, ten aanzien van andere
gemeenten gepleiegd, doch later wilde hij trachten er nog
een gedeelte van Ginncken bij te kirijgen.
De vraag is echter, of het algemeen belang met deze grens
regeling wordt gediend en het is gebleken, dat de groote
meerderheid van den raad hielt daarmede eens is.
De heer Sassen hecht blijkbaar te veel waarde aan
cijfers en ook de pers heeft vooral hierin gezondigd, dat ze
begonnen is naar cijfers te vragen en daarop heeft voort
gebouwd.
Voor spreker hebben de cijfers absoluut geen waarde.
Wanmeier men Stellig wist, dat de tegenwoordige bewoners
op het overgaand grondgebied zouden blijveto wonen, dan
kon ar denige aanleiding bestaaar tot het maken van becij
feringen. Doch zoolang men die zekerheid mist, geeft elke
berekening niets. Men moet niet vasthouden aan de frnan-
ciëele zijde, omdat niets met wiskundige zekerheid kan be
paald worden.
De vraag is enkel, of eir gegrond vooruitzicht bestaat, dat
Breda, met de thans voorgestelde grensregeling, zijne na
tuurlijke ontwikkeling zal kunnen blijvern voortzetten.
Hadden onze vroede mannen bij de slechting der vesting
werken de terreinen overgenomen, evenals Maastricht en
Nijmegen, dan zouden zij eene wijze daad hebbein gedaan.