88
2 April 1904.
ven van 'hoofdstuk VII, art. 31 (uitkeering van de
helft van hun dagloon aan zieke werklieden, niet door
een ongeval getroffen), een bedrag van f 196,56, en
hiervan over ite schrijven op hoofdstuk VI, afdeeling
II, art. 5 (kosten der gemeente-apotheek), een bedrag
vain f 163,71
op hoofdstuk VI, af'deelinig III, art. 2 (kosten
van het begraven van lijken van onvermo-
gend'eni <f 32,85
Samen 196,56
b. in dato 17 Maant 1904, G, mo. '38b, houdende1 goedkeu
ring van heit raadsbesluit van 5 Maart 1.1. tot wijzi
ging der begrooiting voor het dienstjaar 1903, door
veirhoogiing van hoofdstuk V, art. 3 der ontvangsten
(pensioensbijdragen van onderwijzers en leeraren),
met f 81,36, en door verhoogimg van hoofdstuk VI,
afdeeiling I, art. 14 deir uitgaven (storting van de pen
sioensbijdragen van onderwijzers en leeraren bij den
arrondissemenitsi-betaalmeester), met gelijk bedrag;
c. in dato 24 Maart 1904, G, no. 38, houdfende goedkeu
ring van het raadsbesluit van 5 Maart 1.1., om te bren
gen ten laste van hoofdstuk VIII, art. 1 der uitgaven
voor 1904, een bedrag van f 300,Wegenis kosten voor
het bijwonen door den keurmeester van een cursus
in praktische vleeschkeuring te Utrecht.
De voorzitter stelt vooir deze besluiten voor kennis
geving aan te nemen en, voor zooveel noodig, ter uitvoering
te verzenden naar burgemeester en wethouders.
Waartoe besloten wordt.
2. Besluit vain de gedeputeerde staten voornoemd, d.d. 17
Maart 1904, G, no. 136b, waarbij de aanslag in den hoofde-
lijken omslag dezer gemeente voor het dienstjaar 1903 van
H. Koster te Teteringen, berekend naar een vermoedelijk
inkomen van f 600,is gehandhaafd.