96 2 April 1904. „Eenstemmig geeft de commissie er dan ook de A7oorkeur „aan om iets blijvends te zien daarstellen als blijk van „hulde en waardeerinig van het thans levend geslacht aan „ons Vorstelijk Huis, al ware dit ook in zeer bescheiden „vorm, dan aan eene luidruchtige feestviering, die veel zou „moeten kosten en waairvan niets spreekt tot het nageslacht. „Eenparig was de commissie van oordeel, dat geen betere „plaats daarvoor zou kunnetn worden .aangewezen dan het „vroegere park der H'eerem van Breda, het ischoone Valken- „berg, en meer in het bijzonder het gazon tegenover d.e „Willemsbrug, dus in het verlengde van de as van de Wil- „lemstraat. „De leden uwer commissie ontveinzen, zich niet, dat zelfs „voor een eenvoudig gedenkteeken, dat Breda zoo min o.nr „waardig is als de belangrijkheid van het 500-jarig lustrum, „een vrij belangrijk bedrag zal noodig zijn, doch door allen „werd ook de meening gedeeld, dat de omliggende gemeen ten der voormalige Baronie gaarne de uitvoering van dit „denkbeeld door ruime financiëele bijdragen zullen willen „steunen, wanneier Breda als hoofdplaats daarin voorgaat. „Sommige leden vertrouwen op de algemeene medewer king van de burgerij en vooral van de meest welgestelden „en wenschen door eiene uitgebreide commissie eene inza- meling voor dat doel te doen houden. „Omtrent dear aard ein, voran van het gedenkteeken ver- meende uwe commissie vooralsnog moeilijk iets te kunnen „aangeven, aangezien dit te veel afhangt van het eventueel „bij elkaar te brengen bedrag, doch men achtte, wel een „beeld of buste va,n den eersten Nassau in de Nederlanden, „Graaf Engelbrecht I, op passend voetstuk, het meest „aanbevelenswaardig, waarbij dan medaillons of opschriften „de latere Heeren van Breda kunnen vermelden, doch voor „welker conceptie natuurlijk de hulp van erkende autisten „moet worden ingeroepen. „De commissie is van meening, dat, behalve de plechtig- „heid der onthulling en overdracht, de eigenlijke feeist- viering moet worden -overgelaten aan het particulier ini tiatief, hetgeen echter van de zijde van. liet gemeentebe- ,,-stuur door medewerkipg kan worden bevorderd, zonder „dat de gemeentefondsen daarvoor worden aangesproken.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Breda - Notulen van de gemeenteraad | 1904 | | pagina 96